Mastodon designing futures where nothing will occur

vrijdag 30 augustus 2013

Jaren '70 licht



Interessant interview met cinematograaf Harris Savides, grotendeels over de kunst van het "jaren zeventig beeld" in film. Dit is een onderwerp waar ik daadwerkelijk ambivalent over ben. Jaren zeventig licht is een persoonlijke fascinatie, die langs herinnering, technologie, kindertijd gaat (de essentiële zaken zeg maar). Verrassend om te lezen dat Savides gewerkt heeft aan het hypnotiserende Somewhere (zie afbeelding) en The Yards (een niet bijster originele gangfilm met wonderbaarlijke belichting). Maar ergens loert het gevaar van de "we spelen alleen op jaren zestig apparatuur" retro-obssessie. Ik neem aan dat het uiteindelijk om de intentie gaat. Zoekt men een bepaalde naturalistische belichting? Is dat hoe men de realiteit "ziet" (ik ben er van overtuigd dat een bepaalde Amerikaanse realiteit, viezig, niet hyperreëel, vastzit in een soort jaren zeventig realiteit). Of wil men obsessief jaren zeventig auteurcinema nadoen? En moet men een film die in jaren zeventig speelt er in alles uit laten zien als de jaren zeventig? Is dat zelfs mogelijk? Ik kan me herinneren dat ik een scene uit het veelgeprezen Zodiac (ook met Savides) zag die mij op een of andere manier tegen de borst stuitte, namelijk een nachtelijke rit over de Golden Gate Bridge die overduidelijk met de computer was opgebouwd. Aan de andere kant: hoe moet je anders San Francisco in die tijd oproepen? Met een maquette? Is dat minder storend?

donderdag 29 augustus 2013

Gehypnotiseerd door de weerspiegeling van retromania

De voorpublicatie van Mark Fishers Ghosts of my life (mooie titel, Japan via Goldie n'est pas?) in The Quietus zorgde gisteren voor een rimpeling in de informatiestroom:

Where is the 21st-century equivalent of Kraftwerk? If Kraftwerk’s music came out of a casual intolerance of the already-established, then the present moment is marked by its extraordinary accommodation towards the past. More than that, the very distinction between past and present is breaking down. In 1981, the 1960s seemed much further away than they do today. Since then, cultural time has folded back on itself, and the impression of linear development has given way to a strange simultaneity. 

Het is elegant geschreven en ik sympathiseer met de strekking van de tekst en toch voelde ik meteen twee belangrijke bezwaren opkomen. Allereerst is het denken in equivalenten achterhaald. We leven in een andere tijd. Er gaat geen nieuwe Beatles of Kraftwerk opstaan. De hele dynamiek van subculturen zoals die tot zeg maar 2001 functioneerde is voorbij, voor altijd. Maar belangrijker, en ergens hoop ik dat het boek in die zin niet nog een laag aan Retromania toevoegt,vindt men ook aan de kritische zijde de cult van het verleden stiekem niet te prettig? Of wel, begint men in het kritische discours ook in cirkels om retromania heen te draaien? Het begint nu toch op te vallen dat heel strategisch in dat soort kringen platen van o.a. James Holden en The Knife worden genegeerd. Ik voel een vreemd korte termijn denken, wel gericht op uitbundige historische parallellen, maar gecombineerd met het vreemde idee dat de huidig situatie permanent is.

woensdag 28 augustus 2013

Vogue weet de toekomst te vinden

Steve Klein stoomt met behulp van wat Balenciaga, Narcisco Rodriguez en Google Glass Vogue klaar voor de 21ste eeuw. J.G. Ballard lijkt weer eens de gids te zijn.

maandag 26 augustus 2013

De Madeleine uit 1979


Maar waar je me dan wel mee kan hypnotiseren: vintage reclameblokken. Die psychedelische tussenflitsen! De pre-digitale poppetjes! Tsjolk Nu Ook In Banaan! De hele grijzige liefelijke realiteit waarin je terechtkomt. Is ook wel een teken, dat mijn madeleine en bloesemthee herinneringsactivatie een reclameblok uit de jeugd is (verschil is natuurlijk dat het geen onwillekeurige maar opgezochte activering is.)

zaterdag 24 augustus 2013

Tijd voor het ironische shirt


Zag vandaag iemand in het bovenstaande shirt fietsen. Betekent de ironische shirtfase niet dat retromania het terminale stadium binnentreedt? Dat is mijn eerste associatie. Of kan het fenomeen nog platter, als een soort extra beschermingslaag? Overigens deed het me ook herinneren aan de eerste keer dat ik de term "back to the..." hoorde, namelijk als Back To The Seventies, titel van een tv-verzamelalbum, ergens in 1981 (!).

donderdag 22 augustus 2013

"We like what we like and not much else"

Ik vind dit vrij pijnlijk om te lezen:

For The Wizard, I decided to stop those sets because there just isn’t much interest in mixed genre DJ sets – especially not of that style and technique. I found that we are not as open to various styles of music in a period of time as we used to be. We like what we like and not much else. The Wizard was created as a means to constantly present new music for the listener to eventually decide – to go out and search to buy the record and support the independent music industry and art form. I see little tolerance or patience for this now. In most situations where music is being played, people decide whether it’s right or wrong based on whether they like it or not. What this does is unconsciously steer a lot of music producers to make similar styles that they believe works immediately upon hearing rather than making something they really like and then making the audience like it too. That craft is gone. The Wizard was for the 1980′s and it was a lot of fun but, these are the 2010s – a different era with a different mentality.

In de rest van het (korte) interview heeft Jeff Mills nog wat zinnige dingen te zeggen.

woensdag 21 augustus 2013

Zielloze Mod


 "Sometimes we look more like the bloodless archivists of a real gone time."

Zo eindigt Ian Penmans recensie van Mod: A Very British Style in London Review of Books. Hoogwaardige kritiek, stilistisch maar ook op het gebied van ideeën, in eerste instantie een verplichte tekst voor anglofielen, maar met een aantal melancholische zijpaden richting het lot van modernisme en retromania.

dinsdag 20 augustus 2013

ACCELERATE MANIFESTO for an Accelerationist Politics

The future must be cracked open once again, unfasten­ing our hori­zons towards the uni­ver­sal pos­sib­il­it­ies of the Outside.
 Zo eindigt het intrigerende Accelerate manifest van Alex Williams en Nick Srnicek. De introductie/probleemstelling zou ik zo tekenen, want die had ik zelf kunnen schrijven. De rest moet ik nog rustig over nadenken (ben zelf altijd gecharmeerd van wat ik denk dat ze met localism bedoelen), maar verfrissend is het in ieder geval.


zondag 18 augustus 2013

Black Mirror

Heb gisteren achterelkaar twee van de drie nieuwe afleveringen van Black Mirror gekeken. Geweldige unheimliche toekomst-van-morgen verhalen (en ondanks de beklemmende aspecten zuiver anti-retro.) VPRO schijnt eindelijk wakker te zijn geworden en zal de eerste serie gaan uitzenden (informatie daarover is enigszins schimmig). Vorig jaar schreef ik een essay over de eerste serie voor Holland SF:





Black Mirror: De Nieuw Omgangsvormen

Een premier die zich gedwongen ziet om de hoofdrol te spelen in een vernederend mediaspektakel. Een maatschappij gebouwd rond een talentenshow. Het alledaagse leven wanneer iedereen ervaringen direct kan opslaan en weer afspelen. De driedelige miniserie Black Mirror (2011) is de tijdige terugkeer van zowel inventieve Britse televisiesciencefiction als de vraag hoe de wereld van morgen eruit kan gaan zien. De laatste televisieserie die een serieuze poging waagde was het Amerikaanse Wild Palms (1993) dat achteraf gezien veel ideeën te radicaal projecteerde (met name op politiek gebied en de staat van virtual reality). Omdat de serie nog niet in Nederland is uitgezonden zal ik proberen belangrijke plotwendingen buiten beschouwing te laten. In zekere zin zijn die ook van secundair belang in een serie die wordt voortgestuwd door ideeën en sfeer.
De wereld waarin Black Mirror zich afspeelt is die van de nabije toekomst. Hier geen ruimteschepen, intergalactische oorlogen of buitenaards leven. Het zijn geen toekomstdromen maar potentiële nachtmerries die, omdat ze zo dicht op het heden zitten, een vreemde naargeestigheid uitademen. Het eerste deel The National Anthem kan zich zelfs in het heden afspelen. Wat schrijver Charlie Brooker poneert is een situatie waar wij onbewust naar toe hebben gewerkt en die totaal onverwacht realiteit zou kunnen worden. De Britse premier wordt op een ochtend gewekt en krijgt een video onder ogen van de gekidnapte prinses Susannah. Binnen een dag moet worden voldaan aan de gestelde eis want anders zal ze worden vermoord. De eis is dat de premier live op televisie seks zal hebben met een varken.
         In koortsachtig tempo volgen we hoe de premier hoopt op een snelle ontknoping van de gijzeling om zijn vernederende lot te kunnen ontlopen. Maar voorbij plotontwikkelingen gaat The National Anthem over hedendaagse technologie en hoe dit ons sociale gedrag verandert. Brooker deed in een interview met The Guardian weinig mysterieus over het overkoepelende thema van de serie:


"If technology is a drug – and it does feel like a drug – then what, precisely, are the side-effects? This area – between delight and discomfort – is where Black Mirror, my new drama series, is set. The "black mirror" of the title is the one you'll find on every wall, on every desk, in the palm of every hand: the cold, shiny screen of a TV, a monitor, a smartphone.”


Wat The National Anthem tastbaar maakt, terwijl we dit zelf zouden moeten kunnen ontwaren, is de manier waarop technologie alles zichtbaar maakt. Het strategisch geheimhouden van de videoboodschap van de prinses waarin ze de situatie en eisen uitlegt is binnen negen minuten onmogelijk wanneer het op YouTube verschijnt. Britse media verzwijgen in het begin met enige tegenzin de kidnapping, maar dankzij buitenlandse media en internet blijkt een embargo snel onmogelijk vol te houden. Via sms houdt een lid van het team van de premier een journaliste stiekem op de hoogte. Een eerste tegenzet om de kidnapper te misleiden mislukt door een achteloos genomen foto die meteen via twitter wordt verspreid. Hoewel de druk op de premier om de eis in te willigen vanuit het koninklijk huis en het kabinet groot is, laat The National Anthem vooral zien hoe meedogenloos het publiek is. Eerst lacherig, want het is toch maar een politicus, daarna rationeel hard omdat het een hoger doel dient. In die zin maakt Brooker de unieke, paradoxale zichtbare eenzaamheid van publieke figuren voelbaar, machthebber maar tegelijkertijd slaaf van opiniepeilingen die op directe wijze het beslissingen en beleid sturen. De conclusies van The National Anthem zijn zeer wrang maar wat vooral blijft hangen is een gevoel van onbehagen, alsof onze informatietechnologieën geen afstand meer kennen maar op onze lichamen plakken. Een claustrofobische maatschappij.

15 Million Merits, het tweede deel van de serie, speelt verder in de toekomst en heeft het karakter van een klassieke sciencefiction dystopie. We maken kennis met een wereld waarin individuen ’s ochtends wakker worden in een kamer waarvan de muren zijn opgebouwd uit beeldschermen. Werk bestaat uit het stationair fietsen waarmee energie wordt opgewekt (mensen met overgewicht, een onderklasse, leven als schoonmaker.) Tijdens het fietsen kan men zappen langs ontelbare mediaprogramma’s waarvan een alle fietsers obsedeert: een talentenshow. Het fietsen genereert niet alleen elektriciteit maar ook punten (merits genaamd). Bij ongeoorloofd gedrag (het wegzappen van advertenties en het pornografische programma Wraith Babes ) worden punten afgetrokken. Na het behalen van vijftien miljoen punten krijgt men de kans om mee te doen aan de talentenshow en de belofte van een leven zonder fietsen.
         15 Million Merits combineert op slimme wijze een aantal motieven uit het heden en bouwt hier een complete maatschappij omheen. Brooker laat de centrale plek van entertainmentvormen in onze levens zien en verbindt deze slim met elkaar. Een digitale avatar, zoals we inmiddels kennen van spelcomputers als Nintendo Wii, speelt een belangrijke rol in het toekomstige leven. De talentenshow als model voor entertainment is nu al overheersend, alleen is het hier nog platter, bijna niet meer verbonden met dromen van beroemdheid maar bijna puur een sprong naar een beter en zorgeloos leven. Het is duidelijk geen opbeurend toekomstbeeld, de uniforme grijze kleding helpt niet, maar Brooker voegt weer een belangrijke laag toe: de sociale omgangsvormen. Iedereen is voornamelijk gericht op zijn scherm waardoor sociaal contact tot een minimum wordt beperkt. De lage corpulente klasse wordt voornamelijk genegeerd of anders beschimpt. Ambitie is enkel gericht op het winnen van de talentenshow, verlangen voor een ander opgevangen met de verplichte pornografie. Dit is een maatschappij waarin men wordt geacht om als puur individu te functioneren. Macht en politiek zijn dan ook compleet onzichtbaar geworden. Hier lijkt Brooker de conclusies van een film als Network (1976) te volgen: wanneer het hoofdpersonage een radicaal gebaar dreigt te maken zal het systeem het ongenadig onderdeel van zichzelf maken zonder de handen vuil te hoeven maken aan repressie.

Brooker liet de laatste aflevering The Entire History of You door Jesse Armstrong schijven zonder dat de beslissing de toon van serie op enige wijze veranderde. Integendeel, want The Entire History of You is de vervolmaking van de voorgaande observaties dat technologie het sociale leven op radicale wijze veranderd. Na een beoordelingsgesprek blijft een enkele zin van het assessmentteam de hoofdpersoon achtervolgen. Op een etentje met kennissen die avond komt het ter sprake en dan is al duidelijk dat een groot deel van de bevolking een implantaat achter de oren heeft waarmee men alle ervaring opneemt en weer kan afspelen (de re-do), zowel privé “achter de ogen” als openbaar op televisies. Het is een wereld van het perfecte geheugen.
Wat The Entire History of You zo indringend maakt is niet alleen de nadelen van een perfect geheugen zodra gevoelens van jaloezie zich opdringen, maar vooral de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Sciencefiction heeft traditioneel de neiging gehad om mensen op een afstandelijk rationele manier met nieuwe technologieën te laten omgaan. En dit werkt door in de taal en het sociale gedrag. Wat Black Mirror keer op keer laat zien is dat technologie de omgangsvormen verandert en op een manier die zo realistisch is dat we bepaalde contouren al in het heden herkennen. In The Entire History of You is dat een hooghartig sarcastisch, permanent ironische manier van communiceren. Technologie is dan niet zozeer een emotioneel schild als een spiegel waarmee communicatie een vreemde agressief afstandelijke vorm krijgt. In het geval van het perfecte geheugen worden details en gebaren belangrijker dan de beweging van een conversatie. De permanente zichtbaarheid die zelfgeobsedeerd gedrag stimuleert is een vruchtbare bodem voor conflicten en zal op sluimerende wijze het einde van de sociale relatie veroorzaken.
         In extreme vorm wordt dit duidelijk wanneer het echtpaar na een ruzie seks heeft maar ze allebei re-do’s bekijken van vroegere liefdevollere seks. De boodschap kan niet duidelijker zijn overgekomen. Funes el memorioso het korte verhaal van Jorge Luis Borges maakte op meer melancholische wijze duidelijk dat een perfect geheugen een vloek is. De jonge man in dat verhaal leeft teruggetrokken in duisternis, verloren in een overweldigend bouwsel van herinneringen. Black Mirror is een wereld van gesloten systemen, claustrofobisch, een duister labyrint zonder uitwegen. De oplossingen die de hoofdpersonen verzinnen zijn radicale gebaren maar het schenkt ze om verschillende redenen een valse bevrijding. Het vormt als geheel ook een vorm van waarschuwende sciencefiction die we niet meer gewend zijn, het roept een gevoel op van “dit nooit!” Gevolgd door de vraag of het niet al te laat is om het te voorkomen. Maar dat gevoel werd voorheen opgewekt door een angst voor de massamoord van de atoomoorlog of de levende nachtmerrie van de politiestaat. Black Mirror is op alle niveaus doordrongen van een nieuwe angst, een wereld van perfecte controle zonder machtsoefening, zonder discipline. In de zwarte spiegel hypnotiseren we onszelf.



woensdag 14 augustus 2013

Terug naar de jaren '40?

Intrigerend artikel in The Guardian over nostalgici die de jaren '40 naspelen. De auteur Dorian Lynskey worstelt met de betekenis van het fenomeen en vooral de onderliggende politiek betekenis (verlangen naar een terugkeer van patriottisme? Of was het juist een vooruitstrevende tijd?) Die tastbaar wordt wanneer de SS'ers langskomen:

You could argue that a German presence is an uncomfortable but necessary reminder that it wasn't all Glenn Miller and nice hats. Nostalgia is selective and tends towards the positive, but sanitising the nastier elements of history can lead to dangerous sentimentality. "I do get a little bit cross with the rose‑tinting: 'it was the best time of our lives'," says Goodman. "I think it was pretty darn grim."


Nog even en Westworld (1973) wordt realiteit, het verlangen ernaar is in ieder geval uitgerold.


maandag 12 augustus 2013

Voorbij Kraftwerk

Andrea Ganuza in El País Semanal (21 juli 2013):

- In juni ging ik naar Sónar om Kraftwerk te zien spelen. Voor wie ze niet kent, ze worden de grootvaders van de elektronische muziek genoemd, beroemd vanwege hun groots opgezette spektakels in een heel eigen soort cyber-retro-robot stijl. Dit concert werd het helemaal, op de poster stond: "SUPER 3D SHOW!!"
- We kregen 3D brillen bij de ingang,wat voor heel wat fotomomenten zorgde.
- In het publiek zag ik een jongen die zijn bril afdeed en hem voor zijn camera plaatste. Dat fascineerde mij.
- De jongen koos ervoor dat zijn camera beter zag dan hij. Hij verkoos een scherpere herinnering in plaats van een scherper geleefd moment. We waren Kraftwerk voorbij gestreefd.

Knap hoor, in een pagina, zoveel essentiële thema's samengevat.

donderdag 8 augustus 2013

Afblijven van een modernistische klassieker






Nooit geweten dat Reprazent in 2008 een remake van New Forms had uitgebracht. Dat is dus precies waar het om gaat. Het origineel uit 1997 een bonafide meesterwerk. Wat doet een artiest besluiten om daar aan te gaan sleutelen? Creatieve armoede? Cynisme? Geldproblemen? Nostalgie? In de filmwereld is men hier langer mee bezig, maar dan kun je nog stellen dat regisseurs door tijdgebrek, ruzie met studio's, bioscopen die zenuwachtig worden van films die langer dan twee uur duren, soms niet de film kunnen maken die ze voor ogen hadden (overigens is zelden een director's cut een daadwerkelijke verbetering, de latere versies van Blade Runner zijn meer uitzondering dan regel). In muziek kan ik mij geen voorbeeld voor de geest halen waar een nieuwe versie een verbetering inhield. Wat een vreemd fenomeen is: waarom is de remix dicht bij het origineel potentieel verfrissend en laat het vaak intrigerende kanten horen van een track en is het jaren later zo vaak een pathetisch gebaar.

maandag 5 augustus 2013

Nostalgie Is Gezond



De Universiteit van Southampton heeft klaarblijkelijk een onderzoekprogramma naar de betekenis van nostalgie met een flinke lijst van publicaties.

Nostalgia confers psychological benefits. When engaging in nostalgic reflection, people report a stronger sense of belongingness, affiliation, or sociality; they convey higher continuity between their past and their present; they describe their lives as more meaningful; and they often indicate higher levels of self-esteem and positive mood. Although nostalgic engagement (especially when it is carried out habitually and excessively) may not be beneficial to all, it is in general a resource on which people can capitalize to harness strength—a resource that allows them to cope more effectively with the vicissitudes of life.
De website heeft ook een selectie van muziek voor het oproepen van nostalgische gevoelens. Geen enkele selectie na 1999 vreemd genoeg. In 2006 werd een van de onderzoekers in NRC Handelsblad geïnterviewd, waar terloops de nostalgie-industrie wordt besproken als een onderdeel van future shock. Met een fraaie omschrijving van het 'theater van de nostalgie' als sociaal nuttige bezigheid.

vrijdag 2 augustus 2013

De muziek van de kleinste deeltjes



During the whirlwind introduction, Fontana spent some time at the starting point of the LHC. There, atoms of hydrogen are stripped of their electrons so only positively charged protons remain. An electric field begins to accelerate the protons while a series of magnets focus them into a beam.
Fontana recorded the sounds. The popping, tapping dance beat of the protons’ regular release is underlaid with the hiss of cooling water and the heavy clang of the magnets charging and discharging. 

Bill Fontana neemt geluiden op van de Large Hardon Collider. Techno snobs als ondergetekende denken meteen: is de fantasie niet mooier dan de realiteit?