Mastodon designing futures where nothing will occur

vrijdag 28 februari 2014

KLF: zieners




None of this meant that music got worse. There were still great songs being written and great performances given. Recording became cheap, the ability to record music and reach an audience became more democratic, and access to the entire history of recorded music became easy. But the idea that there were major new continents of unexplored music slowly faded. The frontier had been colonised. We had discovered the edges of the territory.
Bill Drummond did not know this at the time. Despite machine-gunning the music industry at the point when its engines of creativity died, he did not imagine that he really was killing it. Correlation does not imply causation, after all. But regardless of what he thought he was doing, he was still the one man in the room whose actions were in sync with the wider picture.

As the band left the stage a voice declared over the PA: 'The KLF have left the music industry.' This wasn't intended as a statement of fact or premonition, but as a challenge to themselves.

John Higgs - The KLF: Chaos, Magic and the Band Who Burned a Million Pounds


maandag 24 februari 2014

De maanlanding en het idee van de toekomst



Lynn Barber in gesprek met J.G. Ballard voor Penthouse (1970) uit Extreme Metaphors, de zeer uitgebreide interviewbundel van Ballard (onlangs verschenen in paperback):

We're ahead of the clock, that's the whole point. It's like Buckminster Fuller, you know, saying that World War III is already over and we lost. People aren't interested in the future anymore. The greatest casualty of World War II, I think, was that the past ceased to have moral authority for people, the authority of precedent, tradition, one's father, social background, everything. That ended with World War II, and thank God. But what has happened in the twenty-five years since then is that the future has become a casualty too. One could say that the moon landing was the death knell of the future as a moral authority. No one thinks the future is going to be a better place- most people think it's going to be a worse place. 


woensdag 19 februari 2014

De Afwezigheid van Licht (inclusief mix)

Hier de Nederlandse versie van The Absence of Light, het korte verhaal dat ik 18 januari voor Sonic Acts heb geschreven en voorgedragen. Inclusief bonusmix/soundtrack (zie onder het verhaal).




De Afwezigheid van Licht

In een baan om Europa, wachtend op het volgende konvooi, dwaalden zijn gedachten af naar zijn jeugdheld Alexander de Grote. Zelden nog de Alexander van de legendarische veldslagen, maar steeds vaker de beweging van zijn leger, een rondtrekkende stad waaruit verschillende talen en geuren opstegen. Zijn gedachten bleven niet lang dralen bij de voorhoede, de ruiters met hun trotse uitrustingen en nooit meer vergeten namen. Hij bewoog naar de donkere buurten van de stad, de achterkant van deze legermacht waar nauwelijks orde heerste. De laatste voetstappen waar een spoor uit ontsprong van etensresten, uitwerpselen, uitgetrapte vuren en de lijken van dobbelaars die te lang door de godin Tyche in de steek waren gelaten. Waarna de gieren eindelijk neerdaalden.

Nog een paar uur en het konvooi zou Jupiter geruisloos passeren, vier planeten verwijderd van de tussenstop die hun ver het universum in zou lanceren. Hier aan de rand van het zonnestelsel was het wetenschappers gelukt om een opening te creëren waarmee de kolonisten naar nieuwe werelden werden getransporteerd. De route van de Aarde tot de opening was de langste snelweg uit de geschiedenis van de mensheid. Zodra een konvooi was gepasseerd kwamen hij en zijn collega’s in beweging om de weg schoon te vegen. Asteroïden werden vernietigd, het schroot van het ruimtetijdperk gevangen, het lichaam van een ongelukkige geborgen. Een object zo groot als zijn vuist dat doelloos en met genoeg snelheid bewoog kon een dodelijk projectiel vormen en een willekeurig ruimteschip genadeloos perforeren.

Dan werd het werk interessant. Het bergen van schepen was, in de bars op de manen van Jupiter waar zijn collega’s graag de tijd doodden, een favoriet gespreksonderwerp. Omgeven door een walm van opium werden legendes vergeleken van verongelukte privéschepen bewoond door miljardairs die als farao’s omgeven met schatten, waren gebalsemd door de lege kou van de ruimte. Hun dagelijkse werk werd goed betaald en een gunstige berging betekende gegarandeerd een vervroegd pensioen. Verzekeringsmaatschappijen keerden royale sommen uit voor het veiligstellen van complete wrakken, maar de werkelijke jackpot vormden de vondst van kunstwerken. Met de opkomst van het intergalactische kolonialisme was vanzelfsprekend een nieuwe smokkelroute in het leven geroepen. Volgens een haastig opgestelde V.N. resolutie was het verboden om kunstwerken als cultureel erfgoed de Aarde te laten verlaten totdat de levensomstandigheden ondragelijk werden. Menig verloren gewaand schilderij, verdwenen door de kunstroven van de voorgaande eeuwen, was tijdens de eerste golf ongelukken teruggevonden. In dronken buien keerde steevast verhalen terug over geperforeerde Picasso’s en onkundig verpakte meesterwerken die door straling waren geruïneerd.

Het bleef een fascinerend gezicht. Op afstand viel de ware grootte van een moederschip lastig in te schatten. Een geruisloze stad die in beweging was geduwd door de grootste energieverplaatsing die de mensheid ooit had teweeggebracht. De stuwmotoren, na de lancering gedoofd, gevolgd door een colonne gevormd door veelzijdige kleinere schepen bevolkt door de rijken, de smokkelaars of voortvluchtigen. En daar achteraan, onzichtbaar nu nog, het spoor van afval. De eerste opruimers kwamen loom in beweging.

Als jongeman had hij de pijn van Alexander gevoeld toen deze werd geconfronteerd met een leger dat weigerde nog verder te gaan, genoeg had van het onbekende. Jaren in de ruimte hadden gezorgd voor een groeiende sympathie met de troepen die naar huis verlangden. Voor hem niet meer dan een beeld van een invallend avondlucht, de heldere winterhemel die zich opent met aan de horizon donkerblauwe wolken die een gebergte suggereren. Luchten en winters die waarschijnlijk niet meer bestonden. Vreemd hoe je je van te voren niet kon voorstellen dat je juist het gevoel van koude lucht tegen je gezicht zou missen. Nooit vertelde men of de teruggekeerde Macedoniërs, zonder hun koning, werkelijk blij waren geweest om hun vaderland terug te zien. Hoeveel van hen hadden rust gevonden? Wie naar de nieuwe werelden vertrok keerde zelden terug. De geestdodende terugreis door het zonnestelsel vormde een blokkade die alleen ziekelijke nostalgici er niet van weerhield om terug te keren. Uit de sporadische boodschappen die uit de koloniën werden ontvangen sprak een welhaast universele opluchting over de bevrijding van de drukkende effecten van overbevolking. Een leven zonder vervuiling, continue conflicten en zonder overdaad aan regels en wetten. De mens was herboren.
*
De man met onmiskenbaar Chinese gelaatstrekken sprak in onvervalst nieuw-Amsterdams:
“Ik kan dit niet overnemen.”
Voorzichtig liet hij de handschoen over de stenen gaan waar groene aders doorheen liepen. Twee jaar geleden had hij ze uit een asteroïde gehakt die traag over de route draaide.
“Het materiaal is…onbekend, dus onbetaalbaar. Zeker voor mij.”
Met een beweging scheidde hij de stenen van de andere vondsten.
“De rest,” een glinstering in de helblauwe ogen, “genoeg voor een leven op een nieuwe planeet. Een zeer mooi leven.”
Een nieuwe planeet. Waarom zou hij? Hij stapte de permanente regen in, de mensen tegemoet, een drukkende menigte waar hij sinds zijn terugkeer niet aan kon wennen. Het maximumverblijf van vijf jaar in de ruimte had zijn levensverwachting genoeg verkort.  Intensieve therapie zou de schade enigszins kunnen repareren maar nooit genoeg om op korte termijn het zonnestelsel te doorkruisen. Maar de grootste barrière was psychisch, hij sliep sinds zijn terugkeer slecht, de duisternis van de slaap een echo van de leegte van de ruimte.

Lange tijd liep hij rond met een zonnebril, even noodzakelijk als het trainingsprogramma om zijn spieren weer op niveau te krijgen. Tijdens de voorbereiding op het leven in de ruimte leert men dat er zelden over de Aarde wordt gedroomd. Hij kon zich geen enkele droom herinneren. De jaren waren voorbij gegaan in korte cycli van waken en slapen zonder noemenswaardig droomwerk.

De overplaatsing was binnen een paar weken goedgekeurd. Eenmaal aan de rand van de woestijn aangekomen vond de gevreesde verblinding niet plaats toen hij voorzichtig de bril afdeed. De zon detoneerde een explosie waardoor een reservoir droomstof zijn wezen overstroomde, de neuronen in zijn hoofd leken te zingen terwijl miljarden connecties in een moment de woorden ergens ver weg verpulverd achterlieten. Eenmaal bij bewustzijn gekomen zag hij dat de spiegelwoestijn wel degelijk echt was. Vanaf de Nijl tot in het zicht van de Atlantische Oceaan lag hier rij na rij van zonnepanelen die tezamen de enige echte menselijke structuur vormden die vanuit de ruimte met het blote oog was te ontwaren, zelfs de wolk van troep kon dit litteken van licht nooit bedekken. Hier waren de opruimers die niet wegtrokken of in de doolhof van hun pensioen verloren raakten het meest gewild. Ze waren eenvoudig te herkennen, bij routineklussen, kleine objecten die een paneel hadden doorboord, bleven ze in de jeeps achter, zwijgend in strijd met de pulserende zon, nauwelijks door de zonnebrilglazen te weerhouden. Hun kennis geactiveerd bij het grotere werk, de recyclebare brokstukken, onbekende voorwerpen, mogelijk antieke restanten van roemruchte satellieten.

“Het is maar iets van vijftig kilometer rijden, Ragab. Denk je dat wie die route kunnen nemen?”
Zijn Egyptische collega achter het stuur keek hem onderzoekend aan.
“Siwa hè? Lijkt me op zich goed. Ongetwijfeld komen we genoeg klussen tegen met de activiteit van de laatste dagen. Maar laat ik dit vertellen. Als kleine jongen, ik denk dat ik zeven, acht jaar oud was, wandelde ik vaak met mijn opa langs de necropolis bij ons dorp. Het meeste was allang weggeslagen door de wind. Behalve een redelijk gaaf gebleven complex hoog tegen een heuvel gebouwd. In de steile heuvelrand bevond zich een opening. En elke keer wanneer we er langs liepen zeurde ik tegen mijn opa dat ik er in wilde. Ik fantaseerde over trappen en een geheim gangenstelsel dat ons uiteindelijk toegang zou geven tot het complex. Een vergeten schatkamer misschien? Een pad dat niemand in duizenden jaren had durven verkennen. Op een dag was mijn opa blijkbaar mijn gezeur zat en stonden we voor de opening. Ik keek voorzichtig naar binnen en zag aan de onderkant van de trap een grote hoop plastic en rottende vuilnis. Een belangrijk moment, weet je? Het moment dat de hamer van de realiteit neerdaalt. Koud. Hard.”

Op de heuvel hadden ze zicht op de ruïnes, omringd door de oase en daarachter de rijen panelen die langzaam afkoelend zonder enige interesse het wazige sterrenlicht opnamen. Ze liepen door de restanten van deuren die volgens archeologen naar het orakel hadden geleid.
“Zie je, het vuur uit de hemel is een fenomeen uit een ver verleden.”
Op hetzelfde moment lachte hij, zich de ironie van de woorden realiserend.
“De mens was nooit zo belangrijk. Maar wie weet, we leven nog.”
 Later in zijn slaapzak gingen zijn handen over de geaderde ruimtestenen. Wat had hij verwacht, dat als in een van de computergames uit zijn jeugd een missie zou worden volbracht wanneer hij ze op de juiste plek plaatste? Ze plotseling in tongen zouden spreken? Een oude taal herboren? ’s Ochtends reden ze zwijgend richting de laatste inslagen. Op zoek naar nieuwe beloftes.  

Amsterdam, december 2013 - januari 2014 




maandag 17 februari 2014

Singularity ja/nee


Ramez Naam heeft twee gastbijdrages geschreven op het blog van sciencefictionschrijver Charles Stross waarin hij met een sceptisch blik de mogelijkheden voor een singularity ontleedt: The Singularity is Further That It Appears en Why AIs Won't Ascend in the Blink of an Eye - Some Marth. William Hertling geeft op zijn blog een antwoord met The Singularity is Still Closer than it Appears. Interessant leesvoer en, dat mag ook eens worden opgemerkt, op zeer geciviliseerde toon geschreven. Zelf ben ik overigens zeer sceptisch over de mogelijkheden van het "uploaden" van bewustzijn. Over de singularity zelf neig ik meer naar de kant van een langzame opkomst van een soort ambient AI, veelzijdig en haast onopgemerkt met allerlei vreemde hybrides, in plaats van de desastreuze Skynetachtige scenarios.

dinsdag 11 februari 2014

Niet te missen


Omdat hij zo wonderbaarlijk goed en mysterieus is, hier nog een keer onder de aandacht gebracht: de Resident Advisor mix van Acid Arab. Na twee minuten wist ik al dat er iets aan de hand was. Maar wat? Ouderwets oriëntalisme? Zeker, dat blijft gewoon geldig, maar wordt ook veel te weinig ingezet (denk Secret Chiefs, , J Majiks 'Arabian Nights', The Black Dog en nog een aantal technoproducers mid-jaren '90). Enige kanttekening is dat deze sfeermix waarschijnlijk een uitzondering is en hun normale geluid meer dansvloergericht is (zie hun fijne Beats In Space mix.) Niet erg, maar in deze 40 minuten kun je verdwalen.

zaterdag 8 februari 2014

Tijd voor herlezing

What we must lose now is this insidious, corrosive knowingness, this need to collect and contain. We must open our brains that have been stopped and plugged with random information, and once again must our limbs carve in air the patterns of their desire - not the calibrated measures and slick syncopation of jazz-funk but a carnal music of total release. We must make joy once more a crime against the state.

Barney Hoskyns over The Birthday Party (NME, 1981)

Ja, zulke woorden kom je niet meer zo snel tegen. Dat ze van toepassing zijn op het heden bewijst eens te meer dat de situatie niet nieuw is, maar terugkeert in nieuwe gedaanten, nog sterker verweven en vastgebonden. De conclusie van Hoskyns  is bijvoorbeeld verleidelijk maar ik denk niet dat de staat, een uitgeholde surveillance-belastingmachine, hoe irritant deze ook mag zijn, het doelwit van creativiteit moet zijn. Bovendien is plezier compleet gevangen in het technokapitalistische schema dat een gedaante van permanente ineenstorting lijkt te hebben aangemeten, wat ons hoopvol op het verkeerde been zet, terwijl het geldstromen op nieuwe wijze richting de 1% leidt. Ik moet de eerste William Gibson boeken weer eens herlezen, want opeens herriner ik mij geen enkele memorabele uiting van conventionele kunst in die (toekomst)werelden (behalve de loeiharde dub van de ruimterasta's in Neuromancer.)