Mastodon designing futures where nothing will occur

zondag 30 maart 2014

Techno optimisme

Een fijn gesprek van Resident Advisor met Jeff Mills. Met een tegendraadse positieve blik op techno, bijvoorbeeld wanneer hij het omschrijft als een jong genre dat ook nog eens ondefinieerbaar is. Ik ben al blij dat Internet dit mogelijk maakt, en toch...hoe prettig zou het zijn dat wanneer je de conventionele radio aanzet dit soort gesprekken klinken.

donderdag 27 maart 2014

De terugkeer van virtual reality: deel II

Woensdagochtend werd ik wakker met BNR waar Tom van het Hek begon over de nieuwste overname van Facebook...en toen was ik klaarwakker. Oculus Rift is hoe dan ook gearriveerd want Zuckerbergs patserige smijtwerk met geld is altijd nieuws. Ik heb zelf ambivalente gevoelens over de overname. In mijn eerste stuk sprak ik de hoop uit dat virtual reality misschien beter een cultding kon blijven. Dat is nu niet meer mogelijk. Facebook is een machine van vulgariteit en ik snap dan ook de teleurstelling Markus Persson (jammer, want Oculus Rift en Minecraft waren voor elkaar gemaakt.)


Aan de andere kant is de overname onvermijdelijk geweest, Zuckerberg krijgt een kant-en-klaar recept om Google Glass mee weg te blazen (en eigenlijk had iedereen dat moeten zien aankomen.) En in plaats van langzaam af te sterven zijn we voorlopig niet van Facebook af, misschien voor onze generatie nooit meer. Maar ergens spreekt de pragmaticus in mij en die stelt dat virtual reality tot nu toe een onbewezen technologie is geweest. Hoe krachtig de Oculus-ervaring ook is, nog steeds bevond VR zich in een fase waar het alweer in vergetelheid zou kunnen raken als het zich niet zou weten te vestigen voorbij specialistische games. Met de kapitaalinjectie, de macht van Facebook en de instant bekendheid is er geen terug meer. De vraag wordt nu: wat willen we in virtual reality beleven? En: gaat men alternatieve systemen ontwikkelen voor daadwerkelijk nieuwe ervaringen?

Een mooi overzichtsartikel over Oculus Rift en hoe de Facebook deal tot stand kwam is hier te lezen. 

maandag 24 maart 2014

Vintage websites

Ik werd net geattendeerd op 10 Vintage Museum Web Pages from 90s en twee gedachtelijnen ontvouwen zich. Als eerste, de pagina's roepen bij mij geen nostalgische gevoelens op. Ik vermoed al een tijd dat Internet-herinneringen anders functioneren dat normale herinneringen, bijna alsof het online leven onderbewust plaatsvindt. Wat natuurlijk niet het geval is, maar ik zou daar wel eens een serieuze studie naar willen lezen. Is er daadwerkelijk een andere manier van herinneren? Slaat de hoeveelheid online informatie die door je heen vloeit een hoge mate van bijvoorbeeld visuele herinneringen weg? Is dit gelieerd aan het vreemde atemporele gevoel waarbij je geen verschil tussen 2002 of 2007 onderscheidt? Ik was bijvoorbeeld die prettig vierkante knoppen van Netscape allang vergeten.


Tweede gedachte: zal er ooit retrobeweging ontstaan die zich concentreert op bepaalde periodes van het Internet? Ik vermoed haast van niet, al zou het zoiets als het eindpunt van retromania inluiden. Een soort ouroboros die zich sluit (zonder Internet waren veel aspecten van retromania ondenkbaar en onuitvoerbaar geweest).

Joris Gillet wees mij vervolgens op dit project.

It may seem strange to say this about the likes of "Cute Boy Site" or "Divorced Dads Page," but the remains of the GeoCities web hosting service are a vital part of our cultural legacy. In its dial-up heyday, GeoCities was where non-specialist internet users made their first-ever webpages. Today, it exists as a vast, if partial, repository of the anxieties, hopes, and dreams of those creators, and offers a snapshot of the early popular usage of a now-ubiquitous cultural form, the webpage.
Daar word ik toch al een beetje melancholisch van. De schrijver noemt nog een aantal interessante technische problemen waardoor het moeilijk wordt om de websites tegenwoordig nog op authentieke wijze te kunnen zien.

vrijdag 14 maart 2014

Piketpaal 6: Djed


Een pleidooi voor Tortoise als de rockband die de jaren ’90 belichaamde zal een hoog waarheidsgehalte bevatten. Misschien niet de meest consistente band (zie Royal Trux, Stereolab) maar gedurende een korte periode tussen (1995-1998) was het een rockgroep die het beste, zoiets als de tijdgeest aanvoelde. De muziek van de groep uit Chicago was vaak een dankbaar doelwit voor remixes en werd door verschillende scenes binnen de Europese electronica vol respect behandeld. Hun track ‘Gorini’ verscheen op de essentiële Macro Dub Infection Vol.1 (1995) verzamelaar, samen met werk van Omni Trio, Springheel Jack, Tricky, Laika, 4-Hero en Scorn, waarmee dub in diverse spannende richtingen werd gelanceerd. Met een elastisch mengsel van jazz, rock, ambient, motorik, en dub wist Tortoise precies een aantal genres te vermengen die tijdens het decennium waren herontdekt of nieuwe inspiratie nodig hadden.

Op het album Million Now Living Will Never Die (1996) werd kant A van de LP volledig in beslag genomen door een enkel nummer, hun meesterwerk ‘Djed’. 21 minuten die nog steeds onovertroffen zijn. Ik had ‘Djed’ (een denkbeeldige naam? Of is het DeeJay’d?) na aanschaf een tijdlang vol plezier opgezet totdat ik het een keer na een lange nacht uitgaan met koptelefoon beluisterde. In die vermoeide staat ontwaarde ik, zeg maar de hele trip in zijn volle glorie en werd het een tijdlang mijn favoriete chillout/comedown plaat. Opeens viel op hoe de diverse delen in elkaar overgaan, soms als een DJ die subtiel zijn crossfader hanteert, soms door ingenieuze geluidseffecten zoals rond 10:00 waar de muziek even door een tunnel valt en heel ergens anders opduikt. En dan is er de orgelmelodie die op verschillende wijzen terugkeert. Het moment op 6:19 blijft mijn favoriet, waar met een subtiele handeling een soort schakeling plaatsvindt, de muziek even zweeft. Wat Tortoise met ‘Djed’ bouwde was een uiterst ambitieuze kruising tussen machinerock en organische techno. Tegelijkertijd werd voor beide hoofdgenres onontgonnen terrein verkend. Ongetwijfeld heeft de muziek van Tortoise daarna redelijk wat navolging gekend, maar nooit kreeg het die achteloze reikwijdte en nooit hebben verschillende genres meer een vergelijkbare poel van onderlinge beïnvloeding gekend. 


zondag 9 maart 2014

Future States TV

Al bezig met een vierde seizoen maar vreemd genoeg lijken de afleveringen van Future States TV op YouTube door weinigen te worden bekeken (met uitzondering van de zeer populaire aflevering Plastic Bag met Werner Herzog als stem van, inderdaad, de plastic tas.) Jammer, want met een speeltijd onder de 20 minuten kijk je zo'n aflevering lekker even tussendoor weg. De plots van Futures States zijn meestal vrij rechtlijnig met aan het eind steeds een wrange twist/conclusie. Maar het gaat vooral om de sfeer van de werelden die wordt neergezet. Nooit vrolijk, bijna didactisch, een klein denkpatroon wat wordt geplant. Play (episode 8 van seizoen 1) is tot nu toe mijn favoriet met een onbehagelijke trip door realiteiten dankzij vergaande virtual reality:

dinsdag 4 maart 2014

Amsterdam 1991 mix


Ik heb een tijd getwijfeld over een nieuwe “historische” mix. Waarom niet een tijd en plaats nemen waar ik zelf bij ben geweest? Parallel hieraan sleutelde ik aan een bijdrage voor Perfects.nl die ik voorrang heb gegeven omdat het een breder beeld geeft van popmuziek in 1991 (middenin zul je een reeks tracks vinden die met deze mix wordt uitgebreid.)

In zekere zin is dit een retorische mix omdat er een aantal zaken mee kunnen worden aangekaart. De toekomst verkennen is een ding, maar in hoeverre is dat mogelijk als de historische basis vervalst is. Amsterdam 1991 gaat om een verschuiving in house. En dat was gewoon house, de deling house – techno werd een aantal jaren later opeens gepropageerd, maar bestond toen nog niet. Techno was hoogstens een manier om een lokale variant van house uit Detroit mee aan te duiden. De verschuiving was geenszins typisch Amsterdams, maar de verharding van het geluid die vaak Rotterdams wordt genoemd, was ook in Amsterdam ingezet (of in Utrecht waar Underground Resistance destijds een legendarisch optreden gaf). Bovendien was het een verschuiving die internationaal op verschillende plaatsen werd ingezet. Quazar’s Seven Stars album uit datzelfde jaar begint met een DJ die Amsterdam tot “house capital of the world” uitroept, wat charmant is, maar als een stad aanspraak kon maken op die titel in 1991 was het Gent, thuisbasis van het R&S label (met o.a. Beltram, CJ Bolland, Human Resource).

Terug naar Amsterdam. In kraakpanden, Mazzo, Paradiso en vooral Subtopia (geleid door Jeroen Flamman en Jeff Porter/Abraxas) kon je wekelijks muziek horen veranderen. In de zomer van 1991 werd je als danser getuige van de mutatie van het Mentasm-geluid dat door Joey Beltram was geïntroduceerd, een metalig, zuigend geluid dat door talloze producers werd vervormd tot bizarre spiralen van plezier. En nu dat woord is gevallen, house was een onovertroffen plezier: feesten ademden een sfeer uit die mij altijd deed denken aan een speeltuin, een mengsel van fysieke spanning en ongegeneerde lol. Zonder zelfbewustzijn over verleden of toekomst, in het moment.

Dat moment is lang geleden verdwenen. De terugkeer van alcohol, de verkeerde commercie, gewenning en de versplintering in genres, doorbraken die collectieve toewijding aan het moment. De smartphone heeft, veel later, definitief een weg terug afgesloten. Er is altijd een realistische zijde van mij geweest die dat heeft geaccepteerd, popmuziek is op zijn sterkst in explosies van nieuwe vormen en dat eens in je leven meemaken is waarlijk leven. ‘The Realm’ van C’hantal wist het eloquent te verwoorden: an act of sensation with no limits or boundaries. En soms heb je gewoonweg geluk, heb je precies de juiste leeftijd in een vreemde periode. John Higgs in dat KLF boek verwoordt het zeer helder:
We can date the end of that era, what Hobsbawm called the ‘Age of Extremes’, to the end of the Cold War in 1991, and we can date the start of the information era to the first popular web browser in 1994. What, then, should we make of those years in between? They are boundary years, comparable to what anthropologists call a liminal state. They were a period when the old rules were gone, but before the new order was formed. They were a period, in other words, when normal certainties did not apply, when anything was possible and the strange was commonplace.
Let the bass kick.