Mastodon designing futures where nothing will occur

woensdag 19 oktober 2016

“Angry people click more.”



Een nieuwe Adam Curtis documentaire is inmiddels een evenement, in de hedendaagse stijl, dat wil zeggen dat het vrijwel compleet buiten oude media om speelt en online binnen netwerken voor opwinding zorgt. Curtis werkt nog steeds voor de BBC maar heeft gekozen voor de vrijheid van online documentaires in plaats van nette driedelige televisieprogramma’s. Je kunt je overigens afvragen of die beperking niet gedisciplineerder werk opleverde, zoals zijn meesterwerk The Power of Nightmares dat een elegant argument op twee sporen opzette met opzienbare conclusies als resultaat. HyperNormalisation heeft een vrijere opzet, waar in kleine essays ideeën worden gelanceerd, gedachten die niet lijken te worden afgemaakt om vervolgens weer te worden opgepikt. Maar uiteindelijk is er geen grote openbaring maar vooral een gevoel. En dat is niet blijdschap.

Curtis kent stilistisch geen gelijke. Niemand heeft een dergelijke grip op de intensiteiten van visuele media, weet het pathos van het beeld op te roepen. De meest mediagenieke politici verworden tot weifelende personages doordat Curtis net die beelden weet te vinden voor en na de performance. Nachtsteden glijden aan de kijker voorbij, een catalogus aan gruwelijke explosies wordt opgedoken naast bizarre alledaagse taferelen. Dit allemaal gegoten in een foutloze soundtrack met onder andere muziek van Aphex Twin, Burial, Suicide en Eno. De films van Curtis zijn gewoon heel goed gemaakt.

Maar wat betekent het allemaal? De standaardkritiek, niet van rechts dat Curtis niet kan uitstaan omdat hij keer op keer neoconservatieve mythes ridiculiseert, maar van links, is dat zijn hypnotiserende mooifilmerij geen gedegen analyse biedt, laat staan oplossingen. Dat is een opzichtig verkeerde lezing, een soort puriteins marxisme. Curtis opereert namelijk in een vreemde zone, tussen politiek pamflet, mediamythologie, feit en fictie in. En daar is hij volstrekt eerlijk in. Zijn documentaires beginnen immers steevast met een zin als “This is a story about...” Hij is een nieuw soort verhalenverteller, met bepaalde tics (ook hier weer echte Curtis-draaien als “But instead they came up with a different solution.” of “But it turned out to be something much darker.”) en ook met veel geduld, hier met name ten opzichte van de figuur Trump die steeds heel kort verschijnt maar zo wordt geportretteerd dat je alles weet wat je over hem hoeft te weten.

De meeste thesen van Curtis zijn overigens volkomen correct, een geësthetiseerde samenvatting van een paranoïde realisme waar het falen van politiek en een opkomende technologische samenleving de Westerse cultuur erodeert en een angstcultuur overblijft zonder enige realistische visie op de toekomst. Zonder tegenbeweging bovendien. HyperNormalisation is soms erg grappig, vooral de rol van Gadaffi is ongelofelijk bizar, net als de brutaliteit van Poetin en zijn geniale adviseur Vladislav Surkov. Maar ook Gadaffi eindigt uiteindelijk dood op het asfalt. Het is allemaal nutteloos. De titel van de documentaire geeft al een beetje de voorzet maar het gevoel dat na bijna drie uur kijken overheerst is van een melancholiek cynisme dat erg doet denken aan Jean Baudrillard. Geen uitweg, geen hoop, alleen nog maar simulatie na simulatie. De toekomst verloren, keer op keer weer.

dinsdag 11 oktober 2016

Biosphere: de diepe shit



Geen viral campagne. Geen social media. Dit kwam als een complete verrassing. Een scheef oog op de nieuwsbrief van bleep.com en het was opeens alle hens aan dek. Gemeen effectief verkooppraatje ook door even Selected Ambient Works Vol.2 als verwijzing te gebruiken. Na bestelling keerde de ratio terug en dacht ik opeens "ik ben er keihard in getrapt!"

Eenmaal onder de naald klinkt Departed Glories dan ook zelden als het meesterwerk van Aphex Twin. Vanzelfsprekend, alleen Aphex Twin kan ooit nog iets maken wat hierbij in de buurt komt. Maar niet getreurd, Biosphere in 2016 doet in eerste instantie denken aan een andere ambientklassieker, namelijk Brian Eno’s On Land (1982). Lange ijle klanken, open, melancholisch, je hoort de mist welhaast. Dan komen de stemmen op en duik je als luisteraar de diepte in. Een week is niets in Biosphere-tijd. Dit zijn albums waar je jaren, decennia, mee leeft, maar het is goed, buitengewoon goed.

Maar Departed Glories is ook een album waar je lastig betekenis over kunt generen. In een recent interview draagt Geir Jenssen zelf wat context aan die je ervaring ervan kan sturen. Tegelijkertijd past het album naadloos in de verhandeling over de ongrijpbaarheid van de drone in het Velvet Cacoon hoofdstuk van Kritische massa. Zonder interview blijf je over met een fascinerende hoesfoto en titels als ‘Whole Forests Of Them Appearing’ en ‘Fall Asleep For Me’, titels die ik nooit zal onthouden. Kortom, pure muziek. En Departed Glories doet me denken aan een ander oud idee van mij uit De Toekomst Hervonden, namelijk de zijtakken van jaren negentig IDM. Dit is precies waar ik op hoopte: meer sublieme electronische muziek zonder directe functie behalve het aandragen van schoonheid.

Wat Biosphere wel subtiel uitdraagt is het belang van geluid. Dit is een anti-streaming album. Er blijft op die manier ook niets van de muziek over dus waarom als artiest de moeite doen voor een fooi van waarschijnlijk 100 euro? In het bovenstaande interview merkt Jenssen over het onderwerp van geld verdienen met muziek opgewekt op dat zijn platen uitstekend verkopen. Het is die unieke positie van een aantal auteurs uit de jaren negentig die op faam kunnen blijven verkopen. Die niet mee hoeven te doen aan de race to the bottom. Departed Glories is een ode aan geluid, geperst op mooi vinyl en gemasterd door Stefan Benke. Alleen het beste van het beste. Muziek als betaalbaar luxeartikel.