Mastodon designing futures where nothing will occur

zondag 26 maart 2017

Original Pirate Material (de 2002 recensie)

Ik had er totaal niet bij stilgestaan. Waarom zou je ook? 15 jaar is echt een slecht excuus om terug te blikken. Maar blijkbaar is Original Pirate Material van The Streets 15 jaar oud (terzijde, een aantal veel betere platen wordt 30 jaar oud.) Ik draai dat album zelden meer maar het was wel een van de eerste albums die ik voor De Subjectivisten als haantje-de-voorste analyseerde. Joris Gillet viel op dat er veel terugblikken zijn geschreven en wees bovendien op dit leuke interview met de fotografe van die geweldige hoesfoto (waar ik in 2002 blijkbaar al zeer gecharmeerd van was.) Ik zou nooit iemand meer een bard noemen, maar het Ballard-citaat maakt veel goed.



 THE STREETS – ORIGINAL PIRATE MATERIAL 

The more arid and affectless life became in the high-rise, the greater the possibilities it offered. By its very efficiency, the high-rise took over the task of maintaining the social structure that supported them all. For the first time it removed the need to repress every kind of anti-social behaviour, and left them free to explore any deviant or wayward impulses.

 J.G. Ballard – High-Rise

Nou eindelijk heeft The Streets de weg naar de stereo gevonden. Lekker vier maanden lang mogen sudderen om de juiste hype temperatuur te vinden en dan eigenlijk toch een beetje te lang laten doorkoken zodat de opwinding al begint te verwateren door de onverwachte golf van uitmuntende releases van de afgelopen weken. Nu ik eindelijk het hele album kan beluisteren, gaat de eerste keer natuurlijk grotendeels langs me heen en begint het allemaal op zijn plaats te vallen na een paar fietstochtjes door de stad met Original Pirate Material op de koptelefoon. Wat muzikaal opvalt is hoe sentimenteel Mike Skinner eigenlijk is met zijn veelvuldige gebruik van piano en strijkers en hoe hij daarmee hele vreemde resultaten produceert. Nu al verslavend is de manier waarop ‘Turn the Page’ evolueert van edelkitsch tot een symfonische 2-Step rammer die op een hele slimme manier de onderliggende connectie maakt tussen militarisme en rave, niet alleen tekstueel maar ook op de manier waarop de continue crescendo de luisteraar oplaadt en uiteindelijk buiten zichzelf doet treden.

Twee gevoelens overheersen: de aanstekelijke energie van het brutale in ‘Let’s Push Things Forward’, een heerlijke middelvinger naar zeikerds die stellen dat “alles tegenwoordig hetzelfde klinkt” en een Britse grootstedelijke melancholie die langs lijnen van de danscultuur veel meer gevoelens van identificatie oproept dan de schijnbewegingen van Skinners accent en slang in principe zouden moeten toelaten. Wie jaren lang dansmuziek heeft geleefd en het weigert op te geven zal zich moeten kunnen identificeren met ‘Has It Come To This?’, die vraag die altijd in je achterhoofd rondspookt en zelden wordt uitgesproken. Al die jaren, al die energie, al die momenten van gelukzaligheid opgelost in tijd en herinnering. Dit thema wordt nog specifieker uitgewerkt op ‘Weak Become Heroes’ waarin Skinner op een oeroude housepianoriedel overmand wordt door nostalgie naar de tijd van zijn eerste pil. ‘Weak Become Heroes’ is verrassend ontroerend omdat Skinner op karakteristiek slimme wijze zowel de naïviteit als de bevrijdende schoonheid van die vergane housecultuur weet te vangen en dat is een prestatie van formaat.

Wat me echter nog het meeste fascineert is de cover van Original Pirate Material, eindelijk een ouderwetse albumcover die net zoveel “zegt” als de plaat die hij beschermt. Het beeld van een immens flatgebouw bij nacht is subliem, het vertelt met zijn lelijke pracht al precies het verhaal van de plaat. Zo wordt de flat een kaart van Skinners brein, achter de ramen, met of zonder licht voorbij de gordijnen, liggen talloze verhaaltjes die onze bard kan bezingen. Het is een indrukwekkend debuut, laten we hopen dat hij ondanks het succes in de buurt van die flat blijft wonen.

donderdag 16 maart 2017

De toekomst van Nederland

Nog een dan in deze reeks. De verkiezingen zitten erop. Geen aanslagen, geen Russische hackers, zelfs Wikileaks kwam met moeite een paar dagen wat weak sauce presenteren over Rutte en Wilders. Maar wel een een-tweetje Rutte – Erdogan waar toekomstige historici (ja, die beroepsgroep krijgt het druk) nog veel plezier aan zullen beleven. De VVD heb ik niets mee, maar aan Caesar wat aan Caesar toebehoort, Rutte heeft een prima campagne gevoerd. Rutte vindt paaseitjes en “prettig kerstfeest” zeggen natuurlijk helemaal niet belangrijk maar hij wist dat je, zelfs slecht acterend, met die domme praat op rechts scoort. Hij hoefde maar een paar debatten te kiezen, kon mooi dankzij de wederzijdse provocatie met Erdogan scoren en vervolgens in een direct duel met de monotone Wilders in de stijl van Dynamo Kiev eenvoudig naar een 3-0 overwinning counteren.

De dag na de verkiezingen was er in het buitenland (en bij opvallend veel mensen) een gevoel van opluchting dat in Nederland zelf niet werd gedeeld. Meteen is er namelijk een verhaal gecreëerd dat vervolgens als een mantra word herhaald: “Wilders is misschien niet de grootste maar het speelveld is wel naar rechts verschoven.” De toon was tijdens de campagne inderdaad populistisch, maar verkiezingen zijn in Nederland nooit echt hoogdravend, met de media die we nu hebben is het zelfs onmogelijk. Bovendien, Nederland is gewoon een land dat altijd naar rechts helt, zelfs in de jaren zeventig. Dat de PvdA is gedecimeerd is geen verlies van links want dat is al jaren een grijze neoliberale partij met xenofobe trekjes. In die zin is het hoopvol dat de leegloop richting echte linkse partijen heeft plaatsgevonden. En het is makkelijk te vergeten dat vorig jaar rond deze tijd er helemaal niets op links gebeurde. Jessiah is ook geen groot licht maar hij heeft in ieder geval iets positiefs en energieks, een jeugdige uitstraling die politiek links Nederland eigenlijk nooit heeft gekend.

Maar het grote plaatje is gewoon belangrijker dan het binnenlandse gepriegel. En dat grote plaatje is dat Wilders zichzelf onderdeel had gemaakt van een populistische kabel die van Brexit – Trump naar Le Pen zou lopen. De verkiezingen in Frankrijk zijn natuurlijk vele malen belangrijker dan die van Nederland maar Wilders was wel essentieel in het populistische verhaal. Een gevoel van onvermijdelijkheid zou zijn ontstaan als Wilders de grootste was geworden. En je merkt dat alles wat geen overwinning is in het buitenland wordt gezien als verlies. De subtiliteiten van de Nederlandse politiek interesseert vrijwel niemand (zoals de Nederlandse media ook niet geweldig is geïnformeerd over bijvoorbeeld verkiezingen in Spanje.) De conclusie is: Wilders heeft verloren, de winning streak is gebroken. En dat is voorlopig goed genoeg.

Na een toch wel beschamende verkiezingscampagne van ongekend laag niveau is het tijd om de Mickey Mouse bullshit achter ons te laten. De formatie van een regering wordt waarschijnlijk zeer complex en zal van alle partijen vragen dat ze over hun schaduw moeten stappen. Om D66 mee te laten doen zal toch de, al dan niet gespeelde, xenofobie moeten worden bijgeschaafd. En misschien komt men zelfs op een positiever (lees groener) verhaal uit waar zelfs het bedrijfsleven inmiddels naar smacht. Want net zo makkelijk kun je in de uitslag lezen dat Nederland balans zoekt (wat natuurlijk niet zo is, Nederland is geen enkele entiteit die iets vindt, en Amsterdam heeft bijvoorbeeld duidelijk compleet andere ideeën dan de rest van Nederland.) Maar ergens ligt een potentieel voor een prettig innovatief land dat internet know-how, groene energie en, laten we eerlijk zijn, wietteelt kan uitbouwen tot een werkelijk 21ste eeuwse samenleving die zich rustig kan voorbereiden op de onvermijdelijke robotisering.

Dat is eigenlijk de enige toekomst waar Nederland zich mee moet bezighouden. De vraag is of dat met veel of minder ruis gaat gebeuren. En daar ligt een schone taak voor media die zich de afgelopen jaren steeds erger zijn gaan misdragen door journalistieke grondbeginselen te laten varen voor de dictatuur voor de click. De click die gewoon beter reageert op negativisme. Het zou de pers sieren dat ze beginnen in te zien dat het experiment, de innige relatie, met Wilders zijn langste tijd heeft gehad. Hij gaat geen nieuwe ideeën bedenken en hij gaat ook niet groter worden dan dit, een periode waarin hij echt alles mee had -Brexit, Trump, een idolate media, enge Europese vriendjes, geldstromen uit Amerika-. Elke ontevreden PVV-stemmer is inmiddels geportretteerd in kranten en de gemedieerde obsessie met de Islam heeft absurde dimensies aangenomen. Tijd voor zelfonderzoek. Het aantal columns (gewoon meningen, vrijwel altijd oninteressant) radicaal terugbrengen, de opiniepagina alleen in de zaterdagkrant plaatsen en voor de rest gewoon weer journalistiek brengen. Onderzoek doen, macht controleren, de lezer informeren. [rewind in The Big Short stijl]. Dat gaat natuurlijk niet gebeuren. Dan is het tijd om mensen media-discipline bij te brengen, de trollen langzaam maar zeker te laten verhongeren. Zelf de informatiestromen vormen.

zondag 12 maart 2017

New York 2140

Even in the world-historical disaster that was first contact between the New World and the Old, even in a time of horrific, unthinkable mass death, we can still find seeds for the utopia that might have been founded then instead. Every moment has those seeds, Benjamin said; ours does too. In this way, New York 2140 truly is a document of hope as much as dread and despair. And it's a hope we'll dearly need in the Anthropocene, the Anthropocide, the Capitalocene, the Chthulucene, postnormality, whatever you want to call the coming bad years that, with each flood and drought and wildfire and "superstorm," we have to realize have already begun — our own shared moment of danger, as it now begins to wash up over our beaches, breach our levees, flash up at us in an ever-rising tide.
De conclusie uit de lekker lange recensie van Kim Stanley Robinsons nieuwste boek New York 2140 in Los Angeles Review of Books. Ik kan die man overigens niet bijhouden, loop zeker vier boeken achter. Zo lijkt het nog maar kort geleden dat hij die roman publiceerde over de problemen rond lange ruimtereizen. Het idee van een overstroomd New York leek me in eerste instantie een sciencefictioncliché, maar zo te zien heeft Robinson er weer wat zijn eigen draai aan gegeven. Zoveel boeken, zo weinig tijd.