Mastodon designing futures where nothing will occur

vrijdag 30 juni 2017

De Jaren Negentig: Een Lijst

De afgelopen week las ik weer twee interessante interviews met artiesten die na een lange periode weer nieuwe muziek hebben uitgebracht. En beiden merkten iets op over het decennium waarin ze hun debuutalbums uitbrachten. Wolfgang Voigt in The Quietus:
The nineties were really an incredible decade – fast, inspiring, chaotic. Perfect for someone with a driven, twitchy and restless disposition like me. A lot of the music we made during this time was done in the flash of the night. We weren't thinking about eternity, posterity, longevity – there were just ideas that we wanted to work on, resolve, release – and to repeat the whole process with something new.
Porter Ricks op Pitchfork:
There was a period when this utopian scenario was almost true—when we felt that you could do almost anything in a club, as long as it was any good. There was no rigid expectation from the audience as to how it had to be delivered. But this didn't last very long. It was almost palpable, the decline of this in the new millennium. I remember periods where we didn't even have beats in our club sets, but people kept dancing. The beat wasn't even necessary, because it was a biokinetic experience—that's our metaphor for the dance and the body and all its expressions. From today's point of view, this would be totally impossible.

De terugkeer van deze artiesten kon je een paar jaar geleden haast als een soort logische verplichting aan voelen komen. Maar de bovenstaande woorden plus het feit dat een paar favoriete albums dit jaar alweer 25 jaar oud worden, zetten mij aan het denken: waarom was dat decennium muzikaal zo speciaal?

Om het systematisch aan te pakken greep ik naar het geijkte middel: het lijstje. De tien beste platen. Die had ik zo gevonden. Maar er bleef zo veel ongenoemd, tien was een oneerlijke reductie. Twintig dan maar. Ook te weinig. Vijftig, al veel beter. Maar uiteindelijk voelt honderd gewoon het beste (en zelfs dan nog, heb er 104 van gemaakt want ik was Heaven or Las Vegas vergeten naast mij favoriete albums van 1999 plus een late ontdekking en had geen zin om nog iets te verwijderen.) Hier volgen ze dus. Eerst die tien beste en vervolgens de rest gesorteerd per jaar. Pure albums, geen mix-cd’s, compilaties of 12-inches die samen met optredens net zo belangrijk waren (en precies de reden waarom 1996 er hieronder wat magertjes uitziet), maar je moet ergens beginnen. Zo op het eerste gezicht lag het zwaartepunt meer op de eerste helft van de decennium met een reeks geweldige jaren en merk je vanaf 1995-1996 een soort omslag richting duistere ingetogenheid.

My Bloody Valentine – Loveless (1991)
Aphex Twin – Selected Ambient Works Vol.2 (1994)
The Orb – Adventures Beyond the Ultraworld (1991)
Jane’s Addiction – Ritual de lo Habitual (1990)
Spiritualized – Lazer Guided Melodies (1992)
Talk Talk – Laughing Stock (1991)
Goldie – Timeless (1995)
Porter Ricks – Biokinetics (1996)
The Genius/GZA – Liquid Swords (1995)
GAS – Zauberberg (1997)

1990
The Breeders – Pod
Cocteau Twins - Heaven or Las Vegas
Happy Mondays – Pills ‘n’ Thrills and Bellyaches
KLF – Chill Out
Lush – Gala
Public Enemy – Fear of a Black Planet

1991
Cypress Hill – Cypress Hill
Eon – Void Dweller
Mercury Rev – Yerself is Steam
Nirvana – Nevermind
Pixies – Trompe Le Monde
Primal Scream – Screamadelica
Saint Etienne – Foxbase Alpha
Spacemen 3 – Recurring

1992
Alice in Chains – Dirt
Aphex Twin – Selected Ambient Works 85-92
Beastie Boys – Check Your Head
Dr Dre – The Chronic
Faith No More – Angeldust
Juliana Hatfield – Hey Babe
The Lemonheads – It’s a Shame About Ray
Medicine – Shot Forth Self Living
Ministry – ΚΕΦΑΛΗΞΘ
The Orb – U.F.Orb
Sonic Youth – Dirty
Stereo MC’s – Connected
Sugar – Copper Blue
Underground Resistance – Revolution for Change
X-102 – Discovers the Rings of Saturn

1993
AFX – Analogue Bubblebath Vol. 3
Björk – Debut
The Breeders – Last Splash
Cypress Hill – Black Sunday
Earth – Earth 2
Orbital – Orbital II
Plastikman – Sheet One
Polygon Window – Surfing on Sine Waves
Royal Trux – Cats & Dogs
Sandoz – Digital Lifeforms
Seefeel - Quique
Stereolab – Transient Random-Noise Bursts with Announcements
Urge Overkill – Saturation
Wu-Tang Clan – Enter the Wu-Tang (36 Chambers)

1994
Autechre – Amber
Biosphere – Patashnik
DJ Shadow – What Does Your Soul Look Like
Future Sound of London - Lifeforms
Jeff Mills – Waveform Transmission Vol. 3
Mouse on Mars – Vulvaland
Portishead – Dummy
Sabres of Paradise – Haunted Dancehall
Stereolab - Mars Audiac Quintet
Underworld – dubnobasswithmyheadman

1995
A Guy Called Gerald – Black Secret Technology
Aphex Twin – ...I Care Because You Do
Autechre – tri repetae.
Basic Channel – Basic Channel
The Black Dog – Spanners
The Cardigans – Life
Jacob’s Optical Stairway – Jacob’s Optical Stairway
Mobb Deep – The Infamous
Model 500 – Deep Space
Omni Trio – The Deepest Cut Vol. 1
Raekwon – Only Built 4 Cuban Linx...
Sun Electric - Live 30.7.94
Tricky – Maxinquaye

1996
Orbital – Insides
Lamb - Lamb
Tortoise – Millions Now Living Will Never Die

1997
Biosphere – Substrata
Björk – Homogenic
Daft Punk - Homework
The Dandy Warhols - ...The Dandy Warhols Come Down
Drexciya – The Quest
J Majik – Slow Motion
Jonny L – Sawtooth
Moodymann – Silentintroduction
Panasonic – Kulma
Photek – Modus Operandi
Reprazent – New Forms
Spiritualized – Ladies and Gentlemen We Are Floating in Space
Various Artists – Decay Product

1998
Air – Moon Safari
Boards of Canada – Music Has the Right to Children
Killah Priest – Heavy Mental
Kruder & Dorfmeister – The K+D Sessions
Massive Attack – Mezzanine
Plastikman – Consumed
Pole – CD1
Royal Trux – Accelerator

1999
GAS – Königsforst
Innerzone Orchestra - Programmed
Peace Orchestra – Peace Orchestra
Source Direct – Exorcise the Demons
Death in Vegas - The Contino Sessions

vrijdag 23 juni 2017

De Konstantin Controverse

Een nieuwe controverse in de wereld van, ja van wat, house, techno...dance? Daar kom ik nog op terug. Eerlijk gezegd had ik alleen zijdelings van het Giegling label gehoord (een jonge collega is liefhebber en krijgt pretoogjes als weer een 12-inch in gelimiteerde editie kan worden besteld) en van Konstantin al helemaal niet (bewust). Maar al snel werd via social media een fragment uit een interview met Groove gedeeld, dat in eerste instantie prettig wegleest met zijn ideeën over Der Weimar-Spirit, maar waaruit op een gegeven moment blijkt dat de DJ/producer een seksistische hufter is. In het huidige tijdsgewricht kun je vervolgens ten onder gaan aan een soort online heksenjacht, wat een gevaarlijk fenomeen is, al helpen de laffe nepexcuses, waar men tegenwoordig in is gespecialiseerd, niet echt.

De controverse heeft denk ik een aantal interessante implicaties. De (domme) ideeën van Konstantin passen helaas naadloos in het huidige narratief van de blanke man die zich op een aantal vlakken onder druk voelt gezet. De broflake ziet in sommige gevallen spoken, maar in andere heeft hij gewoon te maken met een reële correctie op een eeuwenlange dominantie. Die correctie is al decennia aan de gang, maar blijkbaar worden de effecten van dekolonisering, feminisme, rechtsgelijkheid nu echt invoelbaar. Konstantins woorden verrassen daarom niet echt, zijn eigen utopie lijkt te worden doorprikt.

Maar zouden zijn woorden minder erg zijn als ze door een artiest in een ander genre werden geuit? En wat zegt dat over de relatie tussen de artiest (of denker), zijn werk en politieke gedachten? Om een voorbeeld te geven: Burzum beschouw ik als een meester in zijn genre terwijl ik, enigszins ongemakkelijk, zijn paganistisch-nationalistische ideeën accepteer. Maar in black metal weet je van te voren waar je aan begint. In house en afgeleiden ligt dit veel moeilijker. Dat heeft te maken met de oorsprong van house als een thuis/bescherming voor iedereen, een veilige haven, hoe tijdelijk, die voor minderheden in Chicago van groot belang was. ‘My House’ (1988) van Fingers Inc was en is nog steeds het statement:

  

Dit idee van universele acceptatie werd in Europa een aantal jaren, met als motor ecstasy, voortgezet als de knuffelutopie van acid en rave. Na 1991 volgde het uiteenvallen van de eenheid in verschillende subgenres die sindsdien zijn geëvolueerd en hun eigen kenmerken vormen, met daarbij horende (vaak onbewuste) sociale uitsluitingsmechanismen. In Duitsland is er altijd een potentieel geweest om van house een lokale volksmuziek te maken en de beruchte woorden van Mark Spoon op MTV (“the blacks have their hip hop and us whites have our techno”) gaven op botte wijze een breuk weer die met een aantal andere ontwikkelingen dansmuziek steeds minder aantrekkelijk hebben gemaakt en uiteindelijk types als Konstantin voortbrengen, een soort kinderlijke dictators die een fantasiebubbel scheppen.

En toch, ik kan me niet voorstellen dat Ricardo Villalobos of de artiesten van Kompakt zulke uitspraken zouden doen. Wat is dan het verschil? Is die wat vale Duitse deephouse een inherent fout genre? En kun je sociaalpolitieke ideeën in muziek herkennen? Dat is een vraag die al meer dan eeuw speelt ten aanzien van Richard Wagner en de vraag of zijn antisemitisme doorsijpelt in zijn muziek. En zo niet, kun je met die wetenschap toch genieten van zijn muziek? Ik denk van wel, zoals Voyage au bout de la nuit uiteindelijk een klassieker van de literatuur is, zonder dat Céline’s politiek achtergrond hier ook maar iets aan kan veranderen. Hoe groter de artiest, hoe sterker zijn kunst zijn politieke beelden tenietdoet. Wat dat betreft is het een geluk dat Hitler een middelmatige schilder en schrijver was. Het is een interessant en waarschijnlijk onbehagelijk denkexperiment om je Hitler voor te stellen als een geniaal schilder, een Picasso die toch besluit om het politieke pad te kiezen*.

* Ik noem het voorbeeld niet toevallig. Hitler speelt een aparte rol in China Miéville's The Last Days of New Paris, een fascinerende novelle over politiek en kunst.

zaterdag 17 juni 2017

Het was 50 jaar geleden...dat een monument van retromania werd geboren

 
Ik kreeg het een paar jaar gelden al benauwd van het idee dat Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band 50 jaar zou worden. Met name de vloedgolf aan artikelen die ouwe psychedelische koeien uit de sloot zouden halen, beangstigde me. Maar het lijkt uiteindelijk wel mee te vallen (eerlijk is eerlijk, een prettig bijeffect van de gepersonaliseerde informatiestroom). Pas de heruitgave (een belachelijk overdadig pakket) heeft een bescheiden stroom artikelen veroorzaakt, geen enkele die nieuwsgierigheid wekt, geen enkele belofte van een nieuw inzicht...omdat die er simpelweg niet zijn. Het voelt op een prettige manier obligaat, een ritueel waar niemand in gelooft, de monotone leegte van de hyperrealiteit. Het is retromania verdord, ontdaan van elke charme. Zo licht en onbetekenend dat het zelfs niet meer een bevrijdend potentieel heeft.

Zelf kocht ik 30 jaar geleden uit een soort plichtsbesef de eerste cd-versie van Sgt Pepper's, die op pedante wijze was uitgesteld om samen te vallen met het destijds 20-jarige jubileum (wat is 20 jaar nu? In 1987 leek het wel een artefact uit een andere eeuw.) Al snel lag de cd onbeluisterd in de kast totdat ik hem in een bevrijdend gebaar verkocht. Nooit gemist.

Sgt. Pepper's is een zelfbewuste Grote Plaat, zonder twijfel de eerste, die door de psychedelische cultuur werd afgedwongen en meteen als een self-fulfilling prophecy als zodanig werd omarmd. Die receptie is, denk ik, fataal geweest voor de waardering op lange termijn. Het album is snel op elk niveau ontleed en verzadigd en de status van Pet Sounds (relatief een commerciële tegenvaller) en Smile (destijds onafgemaakt) is door de jaren heen toegenomen. De eerste is veel persoonlijker en universeler, de tweede mythologischer en dieper. Sgt. Pepper's is een artefact dat zichzelf en zijn ambitie viert (van hoes tot spel met stijlen), afstandelijk, zonder dat de vreemde energie, de kinderlijke gewelddadigheid van de jaren zestig, zal kunnen worden herleefd die het mogelijk maakte.

Ik moest er weer aan denken naar aanleiding van dit interview met Herr Direktor Hütter van Kraftwerk GmbH. Interviewer Tim Jonze maakt terloops de opmerking die al een aantal jaren voorzichtig de ronde doet, namelijke dat Kraftwerk invloedrijker is dan The Beatles. Wat mij betreft is invloed (net als verkoopcijfers) niet heel interessant als criterium maar desondanks lijkt mij dit, behalve in kringen van hardcore rockisten, een weinig controversieel idee. The Beatles waren in de jaren zestig zonder twijfel invloedrijk maar na hun ontmanteling zijn ze eigenlijk alleen te gebruiken als pastiche, van fantasierijk (Electric Light Orchestra) tot onhandig (Oasis). Wat ook niet erg is en meer pleit voor het idee dat The Beatles compleet af was, een eigen stijl neerzette die alleen is te benaderen als imitatie waarmee het eigene van bijna elke artiest teniet wordt gedaan. Een sterke artiest als Prince op Around the World in a Day is misschien een van de weinige uitzonderingen.

Er is ongetwijfeld een niveau waarop het pastiche-effect van toepassing is op Kraftwerk. Je hoeft maar naar de eerste helft van DJ Hells laatste album Zukunftsmusik te luisteren voor een recentelijk voorbeeld (zonde want de tweede helft is redelijk fascinerende voodoo-house.) Maar de invloed van Kraftwerk is dieper en structureler en blijft nog steeds doorwerken. Laten we maar eens het beste denken van de (muziek)journalistiek en er van uitgaan dat men, bewust van deze continuïteit, het onkies vindt om nu al massaal te verschijnen met artikelen als “40 jaar Trans Europa Express”, “De Onpeilbare Invloed van Kraftwerk” en natuurlijk "10 Dingen Die Je Niets Wist Van Kraftwerk". Hopelijk blijft dat voorlopig ook zo.

zaterdag 3 juni 2017

VIP Dubplate remix

T'Raenon van Photek uit 1996 is onlangs in een remaster opnieuw uitgebracht. Een magnifiek staaltje peak jungle. Op YouTube werd me vervolgens deze magistrale remix uit 1995 aangeboden:



Klinkt allemaal nog steeds alsof het gisteren gemaakt is, iets waar ik ambivalente gevoelens over heb. Is het mogelijk dat de echte muziek van nu 20 jaar geleden is uitgebracht? En wat schort er tegenwoordig dan aan muzikanten? Geeft de huidige apparatuur te snel goed klinkende maar middelmatige resultaten? Is er niet genoeg concurrentie? En zelfs wanneer ASC, Drew Lustman of Homemade Weapons goede platen maken voelt het toch niet hetzelfde. Er is een mysterieus gemis. Ik heb zelf allang geaccepteerd dat de jaren negentig een toevalstreffer waren, een culturele Cambrische explosie die niet te herhalen is.

En als we die biologische metafoor doorzetten kunnen we stellen dat er nog genoeg fossielen zijn te vinden. YouTube geeft een aardig kijkje in de, al dan niet VIP, dubplate mixen die vaak vergeten zijn. Die super-exclusieve mixen die speciaal voor bepaalde dj's werden geperst zodat ze het publiek konden verrassen met nieuwe effecten en nog vreemdere ritmes. Soms verschenen ze veel later op een compilatie maar vaak genoeg verdwenen ze gewoon achter in de platenkast wanneer een nieuwe kraker zich aankondigde.


Een goede en uitgebreide compilatie van jungle dubplates uit de periode 1993 - 1997 leek me opeens een bijzonder goed idee. De rest van de muziekgeschiedenis is toch tig keer opnieuw geremasterd en in overbodige jubileumboxen heruitgebracht. Eigenlijk een zeer geschikt project voor het Soul Jazz label dat zich al in Londen bevindt. De echte paleontoloog kan ondertussen uren aan opnamen van de pirate radio uitpluizen op zoek naar obscure mixen: